Leren in vrede te zijn                   
Vrede op aarde is een grote wens in de harten van veel mensen. Maar is vrede op aarde mogelijk als er geen vrede is in ons eigen hart? Daarom: laten we klein beginnen en leren hoe we met onszelf in vrede kunnen zijn.

Onvrede
Een hart in onvrede projecteert zijn pijn naar buiten. In het denken is daardoor het idee ontstaan dat je ergens door gelukkig kunt worden. Het denken gelooft dat iets of iemand daarbuiten ervoor kan zorgen dat de pijn of onvrede in jouw hart weggaat. Het denken vertelt je steeds weer dat er iets is daarbuiten, dat je echt gelukkig kan maken. Je gelooft het en je verwacht eigenlijk ook nog dat je dan gelukkig zult blijven. Als ik maar …, als ik maar niet …, als ik … maar heb / ben / kan, dan … (als ik maar een vriend, man, kind heb, dan …).
Het denken doet je ook geloven dat ergens méér van hebben je dichter bij geluk of bij een goed gevoel zal brengen (nog een kind, nog een studie, meer geld, nog vaker uit eten, etc.). Of het denken en het gevoel slaan juist om naar depressie: nooit kan en zal dat mooie of goede gebeuren, hier kom ik nooit meer uit …, alles is donker en grauw.

De aarde en wat er op de aarde gebeurd is een afspiegeling van wat er in ons gebeurd. Onvrede en ontevredenheid is wat heerst en regeert. Dat wil zeggen: het hoofd, het denken heerst en regeert.
Zelfs als de pijn of leegte weg is en het verlangde er eenmaal is, dan gaat na verloop van tijd de glans er een beetje van af. De heftige pijn is voorbij, het verlangen is vervult, maar het geluksgevoel dat met de vervulling kwam, is alweer vervlogen. Opnieuw voelt het eerder als een gat. Een gat of leegte die ergens mee -met liefde en geluk- gevuld wil worden. En daar is onvrede opnieuw.
Waar even vrede was met wat is -het hart zegt JA, de wens is vervult- wordt nu de pijn duidelijk. Opnieuw is er onvrede. We zijn geïrriteerd, ervaren vervelende dingen, er zijn allerlei pijntjes in het lichaam, je schreeuwt tegen je geliefde en jaagt hem van je af. Maar soms ervaar je tegelijkertijd dat je hele wezen eigenlijk naar hem uitroept: “Hou van mij. Hou me vast en hou van mij. …”

Pijn en pijnlichaam
Ons hart en het vermogen om in ons hart de liefde te voelen, lijkt voor de meeste mensen steeds moeilijker. Het pijnlichaam is aanwezig.  We voelen de pijn in de borst, het fysiek benauwde en de emotionele pijn: verdriet en eenzaamheid, onvermogen. Soms reageren we met een felheid waar niemand ons in herkent: een monstertje waarin we onszelf amper herkennen en waarvoor we ons zelfs kunnen schamen. Sommige mensen voelen in hun hart het hunkeren, het verlangen. Soms is het hart zelfs ontoegankelijk afgesloten, alsof we beschermd moeten worden tegen onze pijn. Je zou het bijna gaan denken, want het is steeds pijnlijker om ook de nog aanwezige liefde in je hart te voelen. Inmiddels is het voelen van je hart beladen met pijn en pijnlijke emoties. Het hart maar ook andere lichaamsdelen doen pijn en alles dat met pijn te maken heeft, is taboe. Daar willen we nu juist niet voelen.*

Zo ook als je geïrriteerd of boos bent. Soms voelen we boosheid of pijn over iets dat lange tijd geleden is gebeurd. Iemand heeft iets gedaan -iemand heeft je gemolesteerd, aangerand of heeft je ander (groot) onrecht aangedaan- en jij voelt pijn door wat die ander jou heeft aangedaan. Die ander is de schuld dat jij nu dit vervelende gevoel hebt, want hij of zij heeft … gezegd of gedaan en daardoor voel jij je …

Je ervaart pijn en vecht er mee. Je zegt NEE tegen de realiteit en lijdt. Je kunt het verleden -iemand heeft je gemolesteerd, aangerand of groot onrecht aangedaan- maar niet accepteren of loslaten, en blijft de pijn voelen. Je kunt die ander niet vergeven voor wat hij gedaan heeft en voor wie hij was.
Dat klopt want de herinnering en de pijn zitten als chemische stofjes -emoties- vast in je lichaam en je kunt wel zéggen dat je het vergeeft of dat je het loslaat, maar vaak is dat voor een werkelijke transformatie niet genoeg. Voor die transformatie is meer nodig. De oorzaak -de herinnering met interpretatie en bijhorende pijn, die tot dat moment in de vorm van een chemische stof in je lichaam is geconserveerd- moet ook nog uit je lichaam weg. Op energetisch niveau, maar ook op mentaal en op fysiek niveau.
Daarvoor is inzicht nodig, daarvoor is het durven voelen van wat er in de lichamelijke pijn zit heel belangrijk. Opnieuw emoties terug durven ervaren, opnieuw geboren worden in iedere cel van je lichaam. Alle onware overtuigingen en onbegrip die je in je lichaam hebt vastgezet moeten er uit en aan het licht komen en zullen in dit proces getransformeerd worden.

Als spiritueel psychotherapeut en begeleidster van bewustwordingsprocessen bij individuen en in groepen, zijn het juist deze processen waarin ik mensen begeleidt. Vrede vinden in je hart en hoofd, in je denken.
Soms lukt het niet om de stilte te vinden, doordat onvrede en andere stemmetjes van het ego het denken gebruikt. Soms is er een stemmetje in je denken dat je werkelijk gelooft. Dan is het tijd om het denken en voelen, en ook het ontstaan van je emoties te onderzoeken. Hier komen we eigenlijk altijd uit bij oude pijn die getransformeerd mag worden. Beschadigingen of negatieve indrukken vanaf de conceptie, tijdens zwangerschap, bij de geboorte, in de baby- of kindertijd of juist in de puberteit of tijdens de jonge adolescentie. Pijn moet verwerkt worden en soms betekent dat vergeven.

Vergeven
Eigenlijk is vergeven liefde geven. Liefde geven daar waar je nu geen liefde kunt geven of wilt geven. Er is iets gebeurd. Het doet pijn om je hart te voelen, want juist daar waar je liefde zit, zit nu vooral pijn en verdriet.
Jij houdt vast aan het gebeurde. Misschien is er wrok, verwijt of zelfs haat. Er is iemand die je niet kunt vergeven. Een ander die jij geen liefde kunt geven. De stroom van liefde in jou stagneert.
Maar waarschijnlijk is het zo dat hij of zij die rottige daad niet eens bewust gedaan heeft. Het was van deze persoon niet een opmerking of daad vanuit het hart, vanuit liefde en mildheid, maar vanuit het ego. Het ego dat gelooft in de afgescheidenheid, in pijn en schuld. Het ego dat zich voortdurend met anderen vergelijkt, om zo het idee van afgescheidenheid in stand te kunnen houden.
Het ego of onbewuste is ook het deel dat graag belangrijker is dan anderen en alle aandacht krijgt, of dat ons doet geloven dat we maar beter kunnen verdwijnen omdat we niets voorstellen. Het is het stemmetje dat zich beter voelt dan anderen, of juist slechter. Er zijn veel vormen die het ego kan aannemen. Zo kent het macht en slachtofferschap, ziekte en schuld, maar ook is het het ego dat zomaar een ander met modder kan gaan gooien. Het ego kan heel gemakkelijk een ander pijn doen om zichzelf beter te voelen.

Onder of achter het ego-beest zit de bewuste mens, die jou nooit pijn zou doen. Dit is de ziel, het echte ik. De ziel is verbonden met het hart en met liefde.
Maar rondom de ziel zit de pijn van de persoonlijkheid. Deze pijn is omhult met ego. Pijn is verbonden aan oude emotionele pijn, zoals verdriet, hunkering, onvervuld verlangen, enzovoort en andere pijnlijke gedachten.
Wanneer jou door een ander iets ergs is aangedaan, dan is meestal het gevolg dat je deze persoon geen liefde (meer) kunt geven. Als je aan hem of haar denkt dan kun je in je hart jouw liefde niet voelen en niet laten stromen.  

Je zegt: “Hij is fout geweest. Hij had dat niet mogen doen.” Eigenlijk zeg je: “Hij had niet vanuit zijn ego, zijn onbeheerste driften, mogen handelen.” Je zegt: “Hij had anders moeten zijn. Hij had bewust moeten zijn.” Of in ieder geval had hij op dat punt bewuster moeten zijn dan hij was.
Maar is dat waar? Is dat werkelijk waar? Wat is of was de realiteit? De realiteit is dat hij zich een deel (of misschien wel veel) van zijn acties en handelen niet of nauwelijks bewust was en misschien zelfs: niet of nauwelijks bewust is.
Hij is net zo onbewust als de meeste mensen die hier op aarde rondlopen. Hij doet dingen vanuit het ego, vanuit het hoofd en het denken, en het ego gelooft in afgescheidenheid, in jij daar en ik hier. Het ego gelooft dat als ik jou geen liefde geef dan tref ik lekker jou daarmee, en niet mijzelf.

De realiteit
Wrok en woede, niet kunnen vergeven betekent dat jij vasthoudt aan het idee dat die ander bewust had moeten zijn toen hij of zij dat nog niet kon zijn.
Ieder moment dat je vasthoudt aan je boosheid vanwege een oude pijn die je voelt en aan het idee dat de ander bewuster had moeten zijn, lukt het het ego om jou af te snijden van de liefde die nu -op dit moment- aanwezig is in jouw hart.
Jìj houdt vast aan een pijnlijk beeld uit het verleden en zegt dan dat de schuld van jouw pijn ligt bij iemand anders. Jij zegt dat die persoon uit het verleden de schuldige is.

Je zegt NEE tegen de realiteit, tegen dat wat is. Juister gezegd: dat wat is zie je niet eens, je vertoeft in het verleden. Zoals wolken tussen ons en de zon in kunnen staan, scheiden “wolken” van gedachten en overtuigingen ons af van het Licht, van de Verlichting of van de zon in ons.
Je koestert gedachten van pijn, die de pijnlijke gevoelens steeds opnieuw in je terug roepen, en lijdt. Je bent ver weg van de zon in je, van het Licht in jou. Totdat je stopt met strijden. Totdat je de gedachten van pijn niet meer gelooft en niet meer koestert. Totdat je er voor kiest om jezelf je eigen liefde niet langer te ontzeggen.

In vrede zijn
Je mag en je kunt er ieder moment weer voor kiezen om de wolken te verwijderen, om alle belemmerende en pijnveroorzakende gedachten en overtuigingen los te laten en in vrede te zijn. Alle gedachten die leiden tot haat, boosheid, rancune, beschuldigingen, dader- en slachtoffergevoelens zijn gedachten en als je dat beseft dan raken ze je niet. Op dat moment identificeer je je niet meer met de gedachten die in je hoofd verschijnen. Je bent vrij. Er is vrede. 


* Daar waar we de energie uit de weg gaan stagneert ze en vormt een blokkade en vaak voelen we daar spanning, stijfheid en pijn. Dit is overigens vaak de plaats waar fysieke klachten of een kwaal ontstaat.

artikel geschreven door Bea van Wierst, december 2007

terug naar inhoud artikelen